Een dag op het eiland Kalsoy, één van de Faeröer Eilanden

“Ik ga naar de Faeröer Eilanden!” Toen ik dit aan mijn familie en vrienden vertelde, merkte ik dat maar weinigen wisten waar deze eilanden zich bevonden en wat ze te bieden hadden. Ik kreeg dan ook van heel wat mensen de vragen “Waar liggen de Faeroer eilanden?” en “Wat kun je daar dan doen?!” te horen. Dit alleen al vond ik hele goede redenen om deze verborgen parel ooit zelfs te gaan ontdekken. Ondertussen heb ik de eilanden zelf mogen bezoeken (samen met reisorganisatie Nordic Deze link opent in een nieuw tabblad) en heb ik nog meer redenen voor jullie verzameld. Want wat is het hier mooi! Lees gauw verder en ontdek waar de Faeroer eilanden liggen én nog belangrijker: Welke bezienswaardigheden je er allemaal vindt!
→ Tip: Boek hier de Faeröer fly & drive van Nordic Deze link opent in een nieuw tabblad
→ Lees ook: Dit wil je doen op de Faeroer Eilanden (10 tips)
Voor degenen die zich nu ook afvragen waar deze eilanden liggen, ze bevinden zich in de Noord-Atlantische Oceaan, tussen Schotland en IJsland. Deze autonome regio binnen het Koninkrijk Denemarken bestaat uit 18 eilanden, waarvan 17 bewoond. De geografische ligging van de eilanden maakt het een afgelegen en mysterieuze bestemming, omringd door ruige natuur en diepe wateren. De naam “Faeröer” is afgeleid van het Oudnoordse woord “Føroyar”, wat “schapeneilanden” betekent. Deze naam blijkt bijzonder toepasselijk, want er wonen gemiddeld meer schapen dan mensen op deze eilanden!
Ontdek waarom de Faeroer Eilanden op jouw bucketlist horen:
De eilanden hebben indrukwekkende kustlijnen met steile kliffen die uit de oceaan oprijzen, waaruit spectaculaire watervallen naar beneden storten. Na aankomst bezochten we dan ook meteen de beroemde en fotogenieke Múlafossur-waterval. Deze waterval, gelegen aan de westkust van het eiland Vágar, is ongeveer 30 meter hoog en valt rechtstreeks van een klif in de oceaan. De waterval ligt in het dorpje Gásadalur, dat tot 2004 alleen per boot of via een steil bergpad bereikbaar was. Sinds de aanleg van een tunnel is het dorp veel toegankelijker geworden voor bezoekers. Gelukkig maar, want het is een adembenemende bezienswaardigheid!
Op de Faeröer Eilanden vind je talloze fjorden en baaien, steile bergen en groene heuvels. Om een deel van dit prachtige landschap te verkennen, namen we de ferry naar het eiland Kalsoy voor de Kallur Lighthouse Hike. Deze wandeling, die ongeveer anderhalf uur duurt, gaat steil omhoog. Er is geen uitgestippeld pad, dus we waren blij dat we een gids hadden om ons naar boven te begeleiden. Tijdens de klim genoten we van het steeds indrukwekkender wordende uitzicht. Eenmaal boven werden we beloond met een spectaculair panorama. De vuurtoren ligt prachtig, maar het uitzicht over de 537 meter hoge klif Borgarin was het letterlijke hoogtepunt. Het is dan ook geen verrassing dat deze locatie gekozen is voor een belangrijke scène in de James Bond-film ‘No Time To Die’. Spoiler: de lokale bewoners hebben hier nu zelfs een graf voor James Bond gebouwd.
De Faeröer eilanden hebben een kleine bevolking van ongeveer 50.000 mensen, verspreid over 17 eilanden. Dit resulteert in veel ongerepte natuur met minimale menselijke activiteit, wat bijdraagt aan een rustige en serene omgeving. Er zijn geen grote steden of industriële gebieden die de natuurlijke rust verstoren, en het verkeer op de eilanden is beperkt. De natuurlijke geluiden van de wind, de zee en de vogels domineren het landschap. Bovendien is het toerisme naar de eilanden relatief kleinschalig. De Faeröer eilanden richten zich op duurzaam toerisme, met maatregelen zoals het beperken van het aantal bezoekers op bepaalde locaties en het bevorderen van milieuvriendelijke activiteiten. Er zijn relatief weinig hotels en accommodaties, wat helpt om massatoerisme te voorkomen. Het is werkelijk een verborgen parel.
Tijdens ons bezoek aan de eilanden reden we naar het dorpje Saksun, dat slechts 11 inwoners telt, om een rustige wandeling naar het strand Út á Lónna te maken. De wandeling biedt adembenemende uitzichten op de omliggende bergen, van waaruit meerdere watervallen naar beneden storten, en het zwarte strand dat de rivieruitmonding omringt. De wandeling duurt ongeveer anderhalf uur en is gemakkelijk en ontspannen. Tijdens deze wandeling kwamen we 2 andere wandelaars tegen, de rest van de tijd waren wij de enige die hier genoten van de rust en ruimte van de oase.
De Faeröer Eilanden zijn een paradijs voor wandelaars en hikers. Je kunt hier honderden wandelingen maken, variërend van een paar uur tot enkele dagen. Mijn favoriete wandeling was die naar het hangende meer van Sørvágsvatn. Dit is het grootste meer van de Faeröer en biedt een prachtige wandelroute langs de oevers met diverse uitzichtpunten over het meer en de oceaan. De wandeling eindigt bij een imposante klif, waar het lijkt alsof het meer boven de oceaan zweeft. Ook zie je de waterval Bøsdalafossur, waar het water van het meer rechtstreeks in de Atlantische Oceaan stroomt.
Wil je iets meer uitdaging? Dan raad ik de wandeling naar Risin Og Kellingin (de Reus en de Heks) aan. Deze twee indrukwekkende rotsen, elk ongeveer 70 meter hoog, bevinden zich in de oceaan voor de kust van Eysturoy. Om deze rotsformaties te kunnen zien, moet je een steile wandeling omhoog maken. Er is geen duidelijk pad, dus deze tocht is alleen geschikt voor ervaren wandelaars zonder hoogtevrees. Eenmaal boven moet je over de rand van de klif kijken om Risin Og Kellingin te bewonderen. Je wordt beloond met een spectaculair uitzicht op de kustlijn en de rotsen die oprijzen uit de zee.
Tijdens onze hike hier was het erg glad en modderig, het had die dag veel geregend. Het weer op de Faeröer eilanden kan ieder moment snel omslaan, dus bereid je altijd voor op zowel regen, mist en hevige wind. Ga alleen op pad met stevige wandelschoenen, geschikte kleding en voldoende eten en drinken.
De Faeröer Eilanden worden vaak het “land van mythen en sagen” genoemd. De geïsoleerde ligging van de eilanden heeft bijgedragen aan een unieke cultuur vol oude verhalen die generaties lang zijn doorgegeven, zonder veel invloed van buitenaf. De ruige natuur van de eilanden heeft deze verhalen vaak geïnspireerd; bijzondere natuurlijke kenmerken worden vaak door de verhalen verklaard. Een mooi voorbeeld hiervan is de legende van Trøllkonufingur, oftewel de “Heksenvinger”. Volgens de legende was er een heks die op een dag besloot een reusachtige steen naar een nabijgelegen eiland te gooien. Echter, de heks slaagde er niet in haar doel te bereiken. Terwijl ze de steen probeerde te gooien, kwam de zon op, waardoor ze versteende en in de oceaan viel. De rotsformatie die we vandaag de dag zien, wordt volgens deze legende beschouwd als de versteende hand van de heks, met de steen nog steeds in haar hand.
Een van de bekendste legendes van de Faeröer is die van de zeehondenvrouw. Volgens het verhaal kunnen zeehonden eenmaal per jaar als mensen op het land komen. Een boer uit Mikladalur wachtte op het strand en zag de zeehonden hun huiden afleggen en als mensen dansen. Hij stal de huid van een mooie zeehondenvrouw (Kopakonan). Toen de zon opkwam, kon de zeehondenvrouw niet terug naar de zee. Kopakonan werd gedwongen met de boer mee te gaan naar zijn boerderij. Jarenlang bleven ze getrouwd, terwijl de boer haar huid in een kist bewaarde. Op een dag, toen de boer op zee was, trok Kopakonan haar huid weer aan en dook terug de zee in, herenigd met haar oude liefde. Jaren later, tijdens een zeehondenjacht, verscheen Kopakonan in een droom aan de boer en waarschuwde hem om haar familie te sparen. De boer negeerde de waarschuwing en doodde alle zeehonden. Die avond vervloekte Kopakonan de mannen van Mikladalur, ze zouden verdrinken of van kliffen vallen. Tot op de dag van vandaag gebeuren er nog steeds ongelukken in Mikladalur, wat misschien betekent dat de vloek nog niet volledig is vervuld. Een verhaal over de sterke invloed van de natuur en de zee op menselijke levens en een manier om de ongrijpbare elementen van het leven uit te leggen. Wij bezoeken het standbeeld van Kopakonan het eiland Kalsoy, ze staat mooi gelegen aan de zee naast een waterval.
Tijdens ons verblijf op de Faeröer eilanden overnachten we in Tórshavn, de hoofdstad en grootste stad met ongeveer 19.000 inwoners. De stad, vernoemd naar de Noorse god Thor, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de Vikingtijd. Tórshavn werd waarschijnlijk in de 10e eeuw gesticht en ontwikkelde zich snel tot een belangrijke handelsnederzetting. Het oudste deel van de stad, Reyn, herbergt enkele van de oudste houten huizen met de kenmerkende grasdaken. Vanuit Reyn kom je bij Tinganes, het historische ‘parlementspunt’ van de stad, dat een van de oudste parlementen ter wereld is. Tijdens onze stadswandeling verkennen we Tinganes en lopen vervolgens door naar de haven, waar we genieten van de kleurrijke huisjes die weerkaatsen in het water. Andere bezienswaardigheden in Tórshavn zijn de Havnar Kirkja, het park Vidarlundin en het culturele centrum Nordic House.
We maken verschillende wandelingen op de diverse eilanden van de Faeröer, die allemaal gemakkelijk bereikbaar zijn vanuit Tórshavn. Daarom is het prettig om meerdere nachten in Hotel Hafnia Deze link opent in een nieuw tabblad te verblijven. In de omgeving vind je tal van hotels, winkels en restaurants. Hier zijn mijn restauranttips:
Ik maakt deze reis naar de Faeröer Eilanden in samenwerking met Nordic Deze link opent in een nieuw tabblad, de Scandinaviëspecialist (dit was de reis die wij hebben gemaakt Deze link opent in een nieuw tabblad). Met Nordic ontdek je de mooiste bestemmingen in Noord-Europa in de winter en zomer. Bij Nordic vind je een team van enthousiaste en ervaren reisspecialisten die de praktische kant van jouw reis met plezier op zich nemen.
→ Meteen boeken: Boek via Nordic een complete reis naar de Faeroer Eilanden Deze link opent in een nieuw tabblad
→ Hotel tip: Hotel Hafnia Deze link opent in een nieuw tabblad
Mooiste natuur Møns & Bornholm
Hoofdstad Kopenhagen
Hoe reis je hier Roadtrippen & Kamperen
Valuta Deense kroon